2022
Bert Rosink
Herkomst informatie: CHC NOP
In het vorige artikel hebben we gelezen dat de kranten buitengewone interesse hebben voor Kuinderbrug en hoe uiteindelijk Cor en Hetty den Dulk het dorp kopen na het mislukte ‘honeymoon avontuur’ van de vorige eigenaar, de firma Camminga.
Cor wil er een bungalowpark/camping van maken, maar Hetty heeft andere plannen; naast een camping moet het ook een opvangplek voor drugsverslaafde jongeren worden en dat dit niet samen gaat met een camping, laat zich raden. Naast Cor en Hetty zit ook boekhouder Guus de Jager in het bestuur van de stichting, maar hij overlijdt in 1971. Mogelijk omdat Cor het met die drugsverslaafden niet ziet zitten, maar zijn vrouw juist wel, wordt Cor – ja u leest het goed – door Hetty uit het kamp gezet.
Daarna loopt het volledig uit de hand. Ruzies tussen campinggasten en verslaafden, vernielingen, bedreigingen, politie aan de deur, onbetaalde rekeningen, schuld aan vivisectie, stuk gesmeten
flessen in de kantine en etensresten waar de insecten uit kruipen; een doorgedraaide tante Hetty – zo wordt ze door de jongeren genoemd die steeds extremer gedrag gaat vertonen, regelmatig van
het terrein verdwijnt en dan enige dagen onvindbaar is en dan de boel de boel laat, de gemeente die de kampeervergunning intrekt, de ANWB die de borden ‘bondscamping’ weghaalt. Kortom één gigantische puinhoop. De eerste burgemeester van Noordoostpolder – op 1 juli 1962 werd het een eigen gemeente, François M. Panthaleon baron van Eck (VVD), ziet eerder de bui al hangen. Een citaat uit de krant:
‘Je loopt met dergelijk soort mensen als van ‘‘Tot de Bron’’ altijd gedonder op.’
De strubbelingen jagen het niet alle kampeerders weg. Een citaat uit een krantenartikel uit juli 1972: ‘Als je in de stad woont, drie hoog achter, beschouw je de camping als je tweede huis en we laten ons door die hippies niet verjagen.’
Maar er is nog iets anders. Als we verder terug gaan in de tijd zien we in 1969 nog een veel groter probleem ontstaan, waar niet alleen de camping, maar de hele gemeente mee zit. VVD-minister Willem den Toom van Defensie komt met het onzalige plan om van het Kuinder-bos een militair oefenterrein
te maken. ‘Militairen kunnen dan voorlopig in de huisjes terecht,’ zo luidt het citaat uit het krantenartikel.
Het laat zich raden, Hetty wil hier, ondanks een behoorlijke vergoeding, niets van weten en de gemeente wil geen militair oefenterrein, maar is bang dat ze de Haagse plannen niet kan stoppen, dus dat worden spannende jaren. De eerste tekenen van de Haagse interesse zien we in 1968 als enkele ‘hoge militairen’ komen informeren naar de vakantiehuisjes. Volgens de Leeuwarder Courant van 1 april 1969 wil Defensie naast het Kuinderbos ook 500 hectare landbouwgrond voor militaire doeleinden opofferen. Dit betekent het einde van 31 boerderijen en 28 arbeiderswoningen. De gemeente wil het Kuinderbos recreatief
houden en ook de provincie Overijssel, waar de Noordoostpolder dan nog onder valt, zegt bij monde van
recreatieconsulent H.J. Zandbergen de plannen van de regering absoluut niet te steunen. In de Noordoostpolder is inmiddels een actiecomité opgericht.
De krant schrijft verder: ‘De eerste inzet tot het plan van de militairen kan gelegen zijn in het feit dan enkele jaren geleden een tientallen meters hoge zendmast in het Kuinderbos werd opgericht.’ We weten nu dat deze 110 meter hoge, aan een zijpad van de Hopweg gelegen en op 8 maart 2001 ontmantelde zendmast, er niets mee te maken heeft. De mast is van de Koninklijke Luchtmacht, maar heeft wel voor speculaties en onrust gezorgd. Vanwege de bewaking met honden, denken sommigen dat er wellicht een raketbasis komt of zelfs Amerikaanse kernwapens opgeslagen gaan worden. Aan het bospad, dat de naam van bosecoloog Ronald Sinke gekregen heeft, staat op de plaats waar de mast gestaan heeft nog steeds een geheimzinnig hek met een groot slot.
Vragen over een eventuele raketbasis komen ook van Kamerleden. In het AD van 18 juli 1969 zegt minister Schut (Ruimtelijke Ordening) mede namens minister Den Toom (defensie) ‘dat het gebied bestemd wordt als infanterieschietterrein met opslag van alleen conventionele munitie, waar alle aandacht zal worden geschonken aan veiligheid’. Op 21 oktober 1969 meldt Tubantia dat, als de regering haar zin krijgt van het parlement, het leger het Kuinderbos en omgeving als oefenterrein krijgt. 70% van het bos, dat overeenkomt met ongeveer 630 hectare zal worden omgehakt. Minister Schut en staatssecretaris Haex van de landmacht zijn zeer optimistisch en hopen de plannen in 1971 of 1972 te hebben verwezenlijkt. Geschatte kosten; 125 miljoen gulden en daarbij is nog geen rekening gehouden met de uitkoop van boeren en de aan te leggen wegen. Maar het volk roert zich. Iets meer dan een maand later, op 24 november 1969 lezen we in de Leeuwarder Courant dat er gedemonstreerd gaat worden in de Noordoostpolder. Een mars van de Deel in Emmeloord naar het terrein van Den Dulk, waar ook burgemeester baron van Eck aanwezig zal zijn. Het zijn voornamelijk jongeren die zich verzameld hebben op de Deel en het aantal van zo’n 200 valt tegen, maar uiteindelijk zijn er toch zo’n 1500 mensen op het vakantieterrein ‘Tot de Bron’ bijeengekomen waar een tent is neergezet en voor muziek wordt gezorgd. Onder de verschillende pro- minenten zijn ook de burgermeesters van Lemsterland en Kuinre bij de demonstratie aanwezig die mede door scholier Louis Willems georganiseerd is en daar ook gemeentegeld voor de organisatie voor gekregen heeft.
Maar uit de toespraken, van Kamerleden, van verschillende politieke partijen, blijkt dat de plannen van de regering helemaal niet zo breed gesteund worden als de ministers het land willen doen geloven.
De toehoorders kunnen vooral hoop putten uit de speech van Kamerlid dr. K. van Dijk (VVD), omdat deze politicus voorzitter is van de Kamercommissie voor de toewijzing van oefenterreinen. Hij noemde de keuze van de minister een vreemde, omdat de legerleiding zelf heeft aangegeven geen behoefte te hebben aan bosgebieden als schietterrein. Tijdens een bijeenkomst in Emmeloord op 18 februari 1970 spreekt PvdA-voorzitter dr. Anne Vondeling de zaal toe en hij geeft aan dat de plannen van een militair oefenterrein niet door gaan. En off the record; het kan nog gekker; dit blijkt uit een artikel uit de Leeuwarder Courant van 8 december 1969. Alvast rekening houdend met de bezwaren die uiteraard zullen volgen op het idee een oefenterrein in het Kuinderbos aan te leggen, hebben de CHU (Christelijk-Historische Unie, later opgegaan in het CDA) Tweede Kamerleden Henk Kikkert en Arie de Boo al een alternatief plan bedacht.
Het militair oefenterrein aan te leggen tussen de polderdorpen Creil en Rutten. Burgemeester van Eck noemt dit plan ‘volkomen onaanvaardbaar’ en in de dorpen nemen ze het plan niet eens serieus; ‘belachelijk en een lachertje’; zijn de reacties die de journalisten bij navraag bij de uitbaters van de Stiepe in Rutten en het Poortershuys inCreil te horen krijgen. In de Leeuwarder Couran
van 24 april 1970 lezen we dat de plannen van het kabinet geen enkele steun hebben. Ze zijn daarmee nog niet definitief van de baan, maar de druk wordt steeds minder omdat men ook wel inziet dat er steeds meer behoefte aan recreatiegebieden ontstaat. Op 11 december 1972 lezen we in de Tubantia dat demissionair minister De Koster van defensie het eindoordeeloverlaat aan het volgend kabinet. Op 22 maart 1974 is de kogel door de kerk. Dagblad voor Nederland bericht dat PvdA defensie staatssecretaris en later minister, Bram Stemerdink, aangeeft dat er definitief geen militair oefenterrein in het Kuinderbos komt. De polderbevolking en omgeving zijn dan eindelijk van deze boze droom verlost.
Het volgende deel is het laatste deel over Kuinderbrug.
Bron: krantenarchief Delpher