Onlangs heeft het Cultuurhistorisch Centrum Noordoostpolder (CHC) een waardevolle schenking ontvangen: melkcontroleboekjes van een boer uit Creil, die vanaf 1957 actief was in de regio. Deze boekjes bevatten gedetailleerde informatie per koe, zoals afstamming, stamboekgegevens en melkproductie, en bieden daarmee een uniek inkijkje in de vroege rundveehouderijpraktijken van de polder.
De geschiedenis van de Noordoostpolder is nauw verweven met de ontwikkeling van de landbouw. Na de drooglegging in 1942 werden de eerste landbouwbedrijven toegewezen aan zorgvuldig geselecteerde boeren. In 1943 begon de bouw van boerderijen, aanvankelijk in beperkte aantallen en vaak nog in een onontgonnen landschap. Deze pioniers speelden een cruciale rol in de transformatie van het voormalige Zuiderzeegebied tot vruchtbaar landbouwland.

De melkcontroleboekjes zijn niet alleen administratieve documenten; ze weerspiegelen de toewijding en het harde werk van de eerste boeren in de polder. Ze documenteren de evolutie van de melkveehouderij, een sector die in de loop der jaren ingrijpende veranderingen heeft ondergaan. Zo werden in de jaren zestig en zeventig technologische innovaties geïntroduceerd, zoals de overstap naar melktanks, wat de arbeidsproductiviteit aanzienlijk verhoogde.

Tegenwoordig domineren tulpenvelden het landschap waar ooit koeien graasden, wat de dynamische aard van de agrarische ontwikkelingen in de regio illustreert. De melkcontroleboekjes dienen als tastbare herinneringen aan het agrarische verleden en de voortdurende evolutie van de Noordoostpolder. Aukje van der Molen van het CHC benadrukt het belang van deze documenten en deelt haar inzichten in een interview met Studio Flevoland.
0 reacties